Females On Wheels

De sage van de zeven zotte zussen van Montaigle

De sage van de zeven zotte zussen van Montaigle

Een verhaal voor de toekomst, uit het verleden

De tweede dag van de queeste.

Den sondag 9 februaris:

Na hun desastreuse poging om de abdij van Maredsous te bereiken, strompelden de zeven zotte zussen bij dageraad hun bouwvallige huisje uit. Hun hoofden bonkten van het brouwerijbezoek van de vorige dag, maar hun vastberadenheid om voor hun zonden te boeten was nog niet gebroken.

“Vandaag geen uitspattingen,” sprak Isabeau streng terwijl ze een haarlok uit haar gezicht wreef. “We zetten koers richting het zuiden. Daar ligt de abdijbrouwerij van Leffe. Laten we bewijzen dat we kunnen weerstaan aan verleiding.”

Een nieuwe uitdaging

Vol goede moed sprongen de zussen op hun tweewielig paard en begonnen aan hun tocht. De mist trok langzaam op terwijl ze door de heuvels reden, de lucht fris en gevuld met de geur van vochtige aarde. De tocht was pittig: modderige paden, kronkelende routes en heel wat hoogtemeters. Onderweg werd er veel gezweet, gelachen, en gezongen.

Toen ze halverwege waren, stopten ze bij een kristalhelder beekje om hun dorst te lessen. Verlinde, altijd op zoek naar een avontuurlijke omweg, keek naar de kaart. “Wisten jullie dat de brouwerij van Leffe aan de linkerzijde van onze route ligt? We kunnen er een korte stop maken, puur om even te rusten.”

“Geen drank!” waarschuwde Annelinde. “We gaan alleen kijken. Een echte prinses toont zelfbeheersing.”

De verleiding van Leffe

Naarmate de abdij van Leffe dichterbij kwam, begon de lucht echter te veranderen. Een warme geur van mout en hop vulde hun neusgaten en deed hun maag knorren. Cindelijn, die nooit nee kon zeggen tegen een culinaire uitdaging, riep uit: “Misschien hebben ze daar kaas! Kaas kan geen kwaad, toch?”

De zussen fietsten verder, hun wilskracht wankelend. Toen zagen ze het: de brouwerij van Leffe, badend in de gouden stralen van de ochtendzon, alsof het hen uitnodigde om binnen te komen. De geur was nu bijna ondraaglijk. Een bord met de tekst “Proeverij hier” stond uitnodigend bij de ingang.

Anne-Marijn zuchtte diep. “Laten we ons even laten zien. We blijven waardig. Alleen maar een kaasplankje… misschien met wat water.”

De test van hun waardigheid

Het duurde geen vijf minuten voordat de zussen, aangemoedigd door de vriendelijke brouwmeester, toch een glas van het beroemde Leffe-bier in hun handen hadden. En toen volgde er nog één. En nog één. Binnen no-time klonken er vrolijke liederen en dwaze dansjes.

Plotseling sloeg Katrijne op tafel. “Dit kan niet! We hebben gefaald! We moeten nú vertrekken voordat we onszelf nóg meer te schande maken.”

De lange weg terug

Met rood aangelopen gezichten en een lichte slinger in hun gang, klommen de zussen weer op hun fietsen.

“Misschien,” zei Katharina ontmoedigd, “moeten we gewoon accepteren dat wij nu eenmaal zotte zatte zussen zijn. “Neen” zei Isabeau.”We moeten blijven proberen om ons vader, de Graaf, te overhalen om ons weer toe te laten op het veilige kasteel.

De Laatste Kans van de Graaf

Met modder in hun haar en de geur van Leffe nog in hun kleren, sleepten de zeven zussen zich terug naar Montaigle. De terugweg leek eindeloos: heuvel na heuvel, glibberige paden, diepe plassen en een stortbui die hen doorweekte tot op het bot.

De Graaf stond hen al op te wachten, zijn armen gekruist en zijn blik strenger dan ooit.

“Wéér hebben jullie mij en jezelf te schande gemaakt!” brulde hij. “Hebben jullie dan niets geleerd? Geen discipline, geen waardigheid, geen… zelfbeheersing?”

De zussen staarden naar hun voeten. Zelfs Annelinde, normaal niet op haar mondje gevallen, kon niets uitbrengen…