Females On Wheels

De sage van de zeven zotte zussen van Montaigle

De sage van de zeven zotte zussen van Montaigle
Lang geleden, in het winderige dal van Montaigle, woonden zeven zotte zussen, prinsessen van adellijke afkomst, in een imposante burcht.
Hun namen waren Annelinde, Verlinde, Anna-Marijn, Isabeauté, Cindelijn, Katharina en Katrienemie. Ze waren even beeldschoon als koppig, even scherpzinnig als ondeugend. Hun grillige gedrag dreef de Graaf van Montaigle, hun vader, echter tot wanhoop.
 
Het incident dat de maat deed overlopen, was het meest dramatische en beschamende dat Montaigle ooit had gekend. Tijdens een belangrijk diplomatiek banket hadden de zussen de wijnkelder opengebroken, zich tegoed gedaan aan de beste wijnen en zich vervolgens, geheel laveloos, op het banket gestort. Het kasteel verkeerde al snel in totale chaos: geschreeuw, gevloek en bedienden die wild heen en weer renden om de schade te beperken.
 
Op het hoogtepunt van de rampzalige avond trokken de zussen, in hun dronken overmoed, hun adellijke gewaden uit en paradeerden schaamteloos naakt voor de verbaasde edelieden. De graaf, rood aangelopen van woede en schaamte, brulde: “Jullie zijn een schande voor Montaigle! Dit is de druppel! Ik verban jullie uit mijn kasteel totdat jullie bewijzen dat jullie waardige prinsessen zijn!”
En zo trokken de zeven, nu zatte zussen, met lood in de schoenen, het kasteel uit. Ze daalden de mistige heuvels af en vonden onderdak in een bouwvallig huisje aan de voet van de burcht. Het rieten dak lekte, de houten vloer kraakte, en de lucht was doordrongen van een onaangename geur van vocht en zweetvoeten.
 
Maar de zussen lieten zich niet ontmoedigen.
“Als wij ooit terug willen keren naar het kasteel, moeten wij bewijzen dat wij dapper, wijs en waardig zijn,” sprak Annelinde, de oudste en wijste van de zeven. En zo begon hun queeste…
 
Den saterdag 8 februaris:
Als eerste stap naar vergiffenis voor hun zonden beslisten zij een bedevaart naar Maredsous te ondernemen. Vastberaden om hun leven te beteren sprongen ze gezwind op hun stalen ros. Al gouw splitsten de zeven zotte zussen. Annelinde, Isabeauté en Katrienemie kozen de lange weg in de hoop, door boetedoening, sneller de absolutie te krijgen. Verlinde, Anna-Marijn, Cindelijn en Katharina namen een kortere weg. Maar was dat de goede beslissing? Modder, stenen en hoogtemeters maakten de tocht zwaar, tot ze in de verte de abdij van Maredsous zagen opdoemen. De redding was nabij! Helaas, driewerf helaas. De geur van de brouwerij van de abdij was te sterk. De verlokking te groot. De zussen konden niet weerstaan en smeten zich alras in den drank. Ver weg was de terugkeer naar het comfortabele kasteel.
 
Welke proeven zou de Graaf hen nu laten ondergaan? Als hij de weerwolf maar niet loslaat!